zaterdag 6 november 2010

Geloof

Toen Jezus hiervan hoorde, week hij per boot uit naar een afgelegen plaats waar hij alleen kon zijn. Maar de mensen kwamen het te weten, en vanuit de steden volgden ze hem over land. Toen hij uit de boot stapte en de grote menigte zag, voelde hij medelijden met hen en hij genas hun zieken.
Bij het vallen van de avond kwamen de leerlingen naar hem toe en zeiden: ‘Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. Stuur de mensen weg, laat ze naar de dorpen gaan om eten voor zichzelf te kopen.’ Maar Jezus zei: ‘Ze hoeven niet weg, geven jullie hun maar te eten.’ Ze antwoordden hem: ‘We hebben hier niets, alleen vijf broden en twee vissen.’ Hij zei: ‘Breng ze mij.’ En nadat hij de mensen opdracht had gegeven op het gras te gaan zitten, nam hij de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel, sprak het zegengebed uit en brak de broden; hij gaf ze aan de leerlingen, en de leerlingen gaven ze door aan de mensen. Iedereen at en werd verzadigd, en toen ze de stukken brood die over waren ophaalden, hadden ze twaalf manden vol. Er hadden ongeveer vijfduizend man gegeten, vrouwen en kinderen niet meegeteld.
Meteen daarna gelastte hij de leerlingen in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant, hij zou ook komen nadat hij de mensen had weggestuurd. Toen hij hen weggestuurd had, ging hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en hij was daar helemaal alleen. De boot was intussen al vele stadiën van de vaste wal verwijderd en werd, als gevolg van de tegenwind, door de golven geteisterd. Tegen het einde van de nacht kwam hij naar hen toe, lopend over het meer. Toen de leerlingen hem op het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: ‘Een spook!’ en schreeuwden het uit van angst. Meteen sprak Jezus hen aan: ‘Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang!’ Petrus antwoordde: ‘Heer, als u het bent, zeg me dan dat ik over het water naar u toe moet komen.’ Hij zei: ‘Kom!’ Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. Maar toen hij voelde hoe sterk de wind was, werd hij bang. Hij begon te zinken en schreeuwde het uit: ‘Heer, red me!’ Meteen strekte Jezus zijn hand uit, hij greep hem vast en zei: ‘Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?’ Toen ze in de boot stapten, ging de wind liggen. In de boot bogen de anderen zich voor hem neer en zeiden: ‘U bent werkelijk Gods Zoon!’- Mattheüs 14:13-33.

Ik vind dit zelf een erg bijzonder gedeelte van Mattheüs. Het begint met dat Jezus heeft gehoord dat Johannes is gedood door koning Herodus. Ik kan me voorstellen dat je bij zulk nieuws even alleen wilt zijn, maar toen er mensen naar Hem toe kwamen, vond Jezus hen belangrijker. Hij kreeg medelijden met hen, en genas hun zieken. Toen de leerlingen de mensen terug wilden sturen, omdat ze bang waren niet genoeg eten te hebben, wilde Jezus dat ze hun eten deelden. En er vijfduizend man werden gevoed door vijf broden en twee vissen! Dat zijn dus alleen nog maar de mannen!

Daarna nam Jezus de tijd om te bidden, helemaal, tot in de nacht. De leerlingen waren ondertussen al het meer op gevaren. Toen Jezus klaar was, ging hij naar hen toe, over het water. Petrus zag Hem en had genoeg geloof om uit de boot te stappen. Toen hij naar Jezus toeliep, begon hij te zinken. En Jezus pakte zijn hand vast. En Jezus hielp hem weer overeind.

Soms heb ik dat ook wel, dan zie ik de golven en dan voel ik mezelf langzaam zinken. Totdat Jezus mijn hand pakt, altijd op een onverwachte manier! Dan voel ik ook iets in me: waar is je geloof? Ik heb je toch beloofd dat ik je nooit loslaat?

Denk niet dat God je los zal laten, want Hij heeft Zijn Zoon gestuurd naar ons om ons uit deze put te trekken, altijd! Er is niets sterker dan hem!
Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer - Romeinen 8:38-39.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten