dinsdag 23 februari 2010

God

Beste mensen,

ik wil even wat kwijt: Ik hou van God. En ik weet dat Hij me nooit los zal laten, ook al voel ik hem soms niet. Pas heeft Hij me echt zo´n coole belofte gegeven! Ik weet dat Hij van me houdt!

Het is alleen wel vaak moeilijk vast te houden, maar het mooie is dat mijn huis nu op een rots gebouwd is!

Jezus heeft zijn leven gegeven, en daar mogen we altijd aan vasthouden, dan houdt hij ons ook vast!

Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ Mattheüs 28:18-20

maandag 15 februari 2010

Een overbeterlijke God!

Weet je wat? God is onverbeterlijk. Elke keer als je denkt hem te begrijpen of Zijn goedheid te bevatten, doet Hij er nog een schepje bovenop! Hij is zó liefdevol, zo ongelofelijk heerlijk!

Prijs God, onze Vader!

Gij dan, mijn kind, wees krachtig in de genade van Christus Jezus, en wat gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan vertrouwde mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten.
Lijd met de anderen als een goed soldaat van Christus Jezus. Tijdens de veldtocht wordt geen soldaat gemoeid in de zorg voor zijn onderhoud; hij heeft (slechts) hem te voldoen, door wie hij aangeworven is. En is iemand een kampvechter, dan ontvangt hij de krans alleen, als hij volgens de regels van de kamp heeft gestreden. De landman, die de zware arbeid verricht, moet het eerst van de vruchten genieten. Let wel op wat ik zeg, want de Here zal u in alles inzicht geven. Gedenk, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, uit het geslacht van David, naar mijn evangelie, waarvoor ik kwaad lijd en zelfs boeien draag als een misdadiger. Maar het woord van God is niet geboeid. Om deze reden wil ik alles verdragen, om de uitverkorenen, opdat ook zij het heil in Christus Jezus verkrijgen met eeuwige heerlijkheid. Het woord is betrouwbaar: immers, indien wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven; indien wij volharden, zullen wij ook met Hem als koningen heersen; indien wij Hem zullen verloochenen, zal ook Hij ons verloochenen; indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw, want Zichzelf verloochenen kan Hij niet.
- 2 Timoteüs 2:1-13

maandag 8 februari 2010

Because He lives, I can face tomorrow!

Kennen jullie het volgende liedje al?

Vers 1
God sent His son, they called Him Jesus
He came to love, heal, and forgive.
He lived and died to buy my pardon,
An empty grave is there to prove my Savior lives

Refrein
Because He lives, I can face tomorrow.
Because He lives, All fear is gone.
Because I know He holds the future,
And life is worth the living just because He lives.

Vers 2
How sweet to hold a newborn baby,
And feel the pride and joy he gives.
But greater still the calm assurance,
This child can face uncertain days because He lives.

Vers 3
And then one day I'll cross the river,
I'll fight life's final war with pain.
And then as death gives way to victory,
I'll see the lights of glory and I'll know He lives.


Het refrein in het Nederlands:

Omdat Hij leeft, ben ik niet bang voor morgen.
Omdat Hij leeft, mijn angst is weg.
Omdat ik weet, hij heeft de toekomst,
En het leven is het leven waard omdat Hij leeft.


Van liedjes als deze kan ik enorm genieten, juist om de simpelheid ervan maar ook omdat de tekst mij erg raakt. We hoeven niet bang te zijn, alle angst is weg, want Jezus is bij ons, en heeft de overwinning al behaald! Daar mogen we uit leven, uit dat besef kunnen we kracht putten, kracht om te beseffen dat alles wat we doen, we niet meer zelf hoeven te doen, maar het aan Hem mogen geven, want Hij leeft!

Ik vind het zelf wel eens moeilijk, om de controle over mijn leven uit handen te geven, om niet zelf mijn ´ethische´ wereldje op te bouwen waarin alles gaat zoals ik vind dat het goed zou zijn. Gelukkig staat er in Genesis 1 niet: En de mens zag dat het goed was, maar: ´En God zag dat het goed was´! Een groot verschil. Discipelschap is volgens mij deze controle uit handen geven, de controle over het behalen van je eigen plekje bij God. Want dat plekje krijg je zo bij God, als je Hem erom vraagt, en je je leven met Hem leidt! Pas vanuit Hem, als je wandelt in Jezus kun je werkelijk een beter mens worden, een nieuw mens, die zich laat leiden door de Geest, en niet bang is andere dingen te doen! Wat hebben we een coole God! Vader, ik hou van u! En wees niet bang, mensen, want we hebben een helper die ons nooit los zal laten!

Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons. Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard? Er staat geschreven: ‘Om u worden wij dag na dag gedood en afgevoerd als schapen voor de slacht.’ Maar wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij hem die ons heeft liefgehad. Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer. - Romeinen 8:31-39.

donderdag 4 februari 2010

Naaste

Er kwam een wetgeleerde die hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ Jezus antwoordde: ‘Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?’ De wetgeleerde antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ ‘U hebt juist geantwoord,’ zei Jezus tegen hem. ‘Doe dat en u zult leven.’ Maar de wetgeleerde wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’ Toen vertelde Jezus hem het volgende: ‘Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen. Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.” Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’ De wetgeleerde zei: ‘De man die medelijden met hem heeft getoond.’ Toen zei Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo.’ - Lucas 10:35-37

Een prachtige tekst, vind ik zelf, die ik eigenlijk te weinig lees. Misschien ook te weinig wil lezen. Want wat er gebeurt in deze gelijkenis, is dat je als lezer op je nummer wordt gezet. Wat ik zelf merk als ik dit lees, is vooral ontzag voor die Samaritaan, die niet wegliep voor zijn naaste. Meestal als ik zelf denk aan mijn naaste, voel ik wat ik nog ´moet doen´, of voel ik me schuldig als ik iets niet heb gedaan voor een naaste wat ik wel had willen doen. Maar wat zegt deze tekst eigenlijk? Dat we onze naaste lief moeten hebben als onszelf. Dat is dus: ik gun mezelf elke morgen die bruine boterhammen, dan moet ik dat mijn naaste ook gunnen. Ik gun mezelf iemand die me helpt, die naar me luistert, dan moet ik ook zelf helpen en luisteren.

Voelt het niet erg zwaar, als je dat leest? Weet je wat het moeilijkst is aan het écht liefhebben van je naaste? Niet aan jezelf denken als je voor je naaste zorgt, het niet voor jezelf doen. Dat vind ik het moeilijkst. Stel, je bent predikant. Je bent onderweg naar een enorm festival om te preken over het volgen van Jezus. Dan zie je daar een zwerver zitten, die er uitziet alsof hij het niet lang meer redt. Help je je naaste, laat je daarvoor je eigen preek schieten, of ga je door? Wat doet de Samaritaan, de buitenlander, in dit stuk? Hij helpt zijn naaste. Het levert hem niets op, hij wordt er niet beter van, hij mist misschien zijn afspraak die hij heeft. En daarmee, zegt Jezus, wordt hij de naaste van de man, niet de priester of de Leviet.

Maar het liefhebben van je naaste kan ook met kleine dingen. Ik werd daarnet toch wel geroerd toen ik aan het eten was op een plek waar je voor 3,50 eens in de week kunt eten, en waar we met studenten komen. Er zijn ook altijd veel oudere mensen, die anders alleen eten. Wat je op zo´n avond hoort! Mensen die vertellen over wat ze doen in de kerk, zoals alpha-cursus geven, of marriage-courses (of koken voor ons!), iemand die in het algemeen vroeg of we nog oude sieraden hadden om te geven aan vrouwen in Zimbabwe, waar diegene naartoe ging, om hen weer wat waardigheid terug te geven. Dan schaam ik me eerlijk gezegd omdat ik zo weinig doe. Maar dat is niet wat God wil van mij. Hij wil niet dat ik me schaam, maar me voor Hem inzet!

Ik wil graag nog een bijbeltekst laten lezen...

Vervolgens zei hij: ‘Iemand had twee zonen. De jongste van hen zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader.
Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. “Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.” En ze begonnen feest te vieren. - Lucas 15:11-24

Weet je wie ook onze naaste is geworden? God. Hij vroeg zich blijkbaar niet lang af wie Zijn naaste was! Waarom zouden wij nog twijfelen? De essentie is namelijk niet dat we door het naaste-zijn kunnen verdienen dat God onze naaste wordt. Nee, doordat Hij zijn zoon gaf is God al onze naaste geworden! Als we ons leven aan Hem toevertrouwen, mogen we daaruit leven, uit die hoop en verwachting, uit het weten dat God naast en in ons is! Nu verwacht Hij van ons dat we ons leven net zo aan Hem geven, door voor Zijn koninkrijk te gaan, en Hem lief te hebben, en onze naaste lief te hebben, en met Jezus te leven! Wij mogen altijd bij Hem terug komen, hij houdt de deur wijd open! Wie vraagt zal ontvangen, wie zoekt zal vinden! Klop op de deur en Hij zal u opendoen!

Ikzelf kan daar maar een ding op zeggen: Wow! God, ik hou van u!