zaterdag 23 januari 2010

Jezus

De soldaten met hun tribuun en de Joodse gerechtsdienaars grepen Jezus en boeiden hem. Ze brachten hem eerst naar Annas, de schoonvader van Kajafas. Kajafas was dat jaar hogepriester en hij was het die de Joden had voorgehouden: ‘Het is goed dat één man sterft voor het hele volk.’ Simon Petrus liep met een andere leerling achter Jezus aan. Deze andere leerling kende de hogepriester en ging met Jezus het paleis van de hogepriester in, maar Petrus bleef buiten bij de poort staan. Daarop kwam de andere leerling, de kennis van de hogepriester, weer naar buiten; hij sprak met de portierster en nam Petrus mee naar binnen. Het meisje sprak Petrus aan: ‘Ben jij soms ook een leerling van die man?’ ‘Nee, ik niet,’ zei hij. De slaven en de gerechtsdienaars stonden zich te warmen bij een vuur dat ze hadden aangelegd omdat het koud was; ook Petrus ging zich erbij staan warmen.
De hogepriester ondervroeg Jezus over zijn leerlingen en over zijn leer. Jezus zei: ‘Ik heb in het openbaar tot de wereld gesproken. Ik heb steeds onderricht gegeven op plaatsen waar de Joden bij elkaar komen, in synagogen en in de tempel, en nooit heb ik iets in het geheim gezegd. Waarom ondervraagt u mij? Vraag het toch aan de mensen die mij gehoord hebben, zij weten wat ik gezegd heb.’ Toen Jezus dat zei gaf een van de dienaren die erbij stonden, hem een klap in het gezicht: ‘Is dat een manier om de hogepriester te antwoorden?’ Jezus zei: ‘Als ik iets verkeerds gezegd heb, zeg dan wat er verkeerd was, maar als het juist is wat ik heb gezegd, waarom slaat u me dan?’ Daarna stuurde Annas hem geboeid naar Kajafas, de hogepriester.
Simon Petrus stond zich intussen nog steeds te warmen. ‘Ben jij soms ook een leerling van hem?’ vroegen ze. ‘Nee,’ ontkende Petrus, ‘ik niet.’ Maar een van de slaven van de hogepriester, een familielid van de man van wie Petrus het oor had afgeslagen, zei: ‘Maar ik heb toch gezien dat je bij hem was in de olijfgaard?’ Weer ontkende Petrus, en meteen kraaide er een haan.
Johannes 18:12-25.

Wat doet een tekst als deze met jou? Voor mij komt het nogal confronterend. Als ik deze tekst lees besef ik me dat ik eigenlijk vaak genoeg ben zoals Petrus, net wanneer de vraag naar of ik bij Jezus hoor me het hardst gesteld wordt. En toch denk ik niet dat het doel van deze tekst is om ons in een hoekje te drijven hiermee. Juist door de constructie zie je hoe Petrus Jezus verlaat, maar hoe Jezus voor God blijft gaan, met de dood in de ogen. Wat betekent dit voor Petrus? Dat hij wordt afgeschreven? Nee, want wie verder leest, leest dat het weer goedkomt tussen Petrus en Jezus. Deze tekst wijst ons op belangrijke punten uit ons geloof. Eerst dat we het niet zelf kunnen, we kunnen niet alleen onze weg naar God toe vinden, we kunnen niet altijd alles goed doen. Maar tegelijkertijd is Jezus daar, hij staat daar, en overwint de moeilijkheden die wij niet kunnen overwinnen. Dit doet hij ook in ons leven. Ik merk zelf vaak dat ik het alsnog zelf wil doen, dat ik het moeilijk vind om dingen los te laten en aan Jezus te geven, dat ik het moeilijk vind de controle los te laten. Maar het mag wel, Jezus wil dit zelfs van ons, en zelfs al gaat het dan nog niet altijd goed, dan mogen we terugvallen op de hoeksteen die hij is voor ons, de rots op wie wij stevig staan. En zelfs als we dit niet meteen voelen, mogen we weten dat hij van ons houdt en alles wat tussen hem en ons in staat van ons zal weghalen, misschien snel, misschien over een tijdje. We mogen hem verwachten, en op hem hopen, en ons steentje bijdragen aan Zijn koninkrijk, door ons leven aan hem te geven en op hem te wachten. Hij houdt van ons, en zal ons nooit loslaten.

Jason Upton: I will wait for you

Geen opmerkingen:

Een reactie posten