zaterdag 23 januari 2010

Vrucht dragen

Markus 4:1-20 En wederom begon Hij te leren bij de zee. En een zeer grote schare verzamelde zich bij Hem, zodat Hij in een schip ging en daarin nederzat op de zee, en de gehele schare was bij de zee op het land. En Hij leerde hun vele dingen in gelijkenissen, en Hij zeide tot hen in zijn onderwijs: Hoort. Zie, een zaaier ging uit om te zaaien. En het geschiedde bij het zaaien, dat een deel langs de weg viel, en de vogels kwamen en aten het op. Een ander deel viel op steenachtige bodem, waar het niet veel aarde had, en terstond schoot het op, omdat het geen diepe aarde had. Maar toen de zon opging, verschroeide het, en omdat het geen wortel had, verdorde het. En een ander deel viel in de dorens en de dorens kwamen op en verstikten het en het gaf geen vrucht. En het overige viel in goede aarde en opkomende en uitstoelende gaf het vrucht, en het droeg tot dertig-, zestig- en honderdvoud toe. En Hij zeide: Wie oren heeft om te horen, die hore. En toen Hij (met hen) alleen was, vroegen zij die in zijn omgeving waren met de twaalven, Hem naar de gelijkenissen. En Hij zeide tot hen: U is gegeven het geheimenis van het Koninkrijk Gods, maar tot hen, die buiten staan, komt alles in gelijkenissen, dat zij ziende zien en niet bemerken, en horende horen en niet verstaan, opdat zij zich niet bekeren en hun vergeven worde. En Hij zeide tot hen: Weet gij niet, wat deze gelijkenis betekent, en hoe zult gij dan al de gelijkenissen verstaan? De zaaier zaait het woord. Dit zijn degenen, die langs de weg zijn: waar het woord gezaaid wordt, en zodra zij het horen, komt terstond de satan en neemt het woord, dat in hen gezaaid is, weg. En evenzo zijn, die op steenachtige plaatsen gezaaid worden, degenen, die, zodra zij het woord horen, het terstond met blijdschap aannemen. Doch zij hebben geen wortel in zich, maar zijn mensen van het ogenblik; wanneer later verdrukking of vervolging komt om der wille van het woord, komen zij terstond ten val. En een ander deel zijn degenen, die in de dorens gezaaid worden: dit zijn zij, die het woord horen, maar de zorgen van de wereld en het bedrog van de rijkdom en de begeerten naar al het andere komen erbij en verstikken het woord en het wordt onvruchtbaar. En dit zijn degenen, die in goede aarde gezaaid zijn: zij, die het woord horen en in zich opnemen en vrucht dragen, dertig- en zestig- en honderdvoud.

Deze gelijkenis is altijd al bijzonder geweest. Als je het stuk hierboven snel hebt overgelezen, omdat je het gevoel hebt het toch al te kennen, vraag ik je dat dan nog eens te doen, en dan rustig. Klopt alles met wat je al dacht dat erin staat? Voor mijn gevoel is dit namelijk typisch zo´n gelijkenis waar je altijd weer nieuwe dingen in ontdekt. En zo is het echt, want pas met onze bijbelstudiegroep lette ik op hele andere dingen dan toen ik de tekst zojuist nog eens overlas. Want toen werd me duidelijk wat ik met deze tekst aanmoet.

Het is een confronterende tekst, omdat hij ons confronteert met de dingen die de vreugde over het evangelie in de weg kunnen staan. Het is een waarschuwende tekst, dat je die dingen moet ontlopen. Toch zat er voor mijn gevoel nog sterker een belofte in. Eerder als ik de tekst las, schaarde ik me altijd bij een van de groepen bij wie het werd weggehaald. Totaal onbewust, maakte ik me zorgen over hoe ik moest zorgen dat ik bij Jezus mocht horen, Maar de laatste tijd (lees: weken) is hierin een omslag gekomen, omdat ik me meer en meer besef dat juist het je niet altijd zorgen daarover maken je helpt meer vrucht te dragen in je leven. We kunnen niet zelf verdienen om bij Jezus te mogen horen, we horen namelijk al bij hem, en God houdt ongelofelijk veel van ons. We zijn kinderen van Hem, juist door wat Jezus al heeft gedaan voor ons. Als je dat weet kun je vrucht dragen in je leven, dertig-, zestig- of honderdvoudig, want dan leeft Hij in je, en kan de duivel het niet meer weggrissen, want die is al eeuwen verslagen, en kan ons alleen maar in de weg zitten door ons te laten denken dat het niet zo is, en dat we niet goed genoeg zijn voor God.

Als je deze blog leest en je herkent je hierin, wil ik het boek ¨Overwinning over de duisternis¨ aanraden, van Neil T. Anderson. Zoniet, dan raad ik het alsnog aan. Het is een goed boek! Dat vind ik zelf tenminste. Wat ik in deze blog nog met jullie wil delen, is een van de twee lijsten uit het boek, waarvan de schrijver zegt dat het goed is om hem een paar keer hardop voor te lezen voor jezelf. En wees niet bang, want niets kan ons scheiden van de liefde van Christus!

Wie ben ik?

Ik ben het zout van de aarde
Matteus 5:13
Ik ben het licht van de wereld
Matteus 5:14
Ik ben een kind van God
Johannes 1:12
Ik maak deel uit van de ware wijnstok; ik laat Christus' leven zien
Johannes 15:1,5
Ik ben een vriend van Christus
Johannes 15:15
Ik ben uitverkoren en aangesteld door Christus om vrucht te dragen
Johannes 15:16
Ik sta in dienst van de gerechtigheid
Romeinen 6:18
Ik sta in dienst van God
Romeinen 6:22
Ik ben een zoon (of dochter) van God; God is mijn geestelijk Vader
Romeinen 8:14-15
Galaten 3:26; 4:6
Ik ben mede-erfgenaam met Christus
Romeinen 8:17
Ik ben een tempel van God. Zijn Geest woont in mij
1 Korintiërs 3:16; 6:19
Ik ben verbonden met de Heer en ik ben één van geest met Hem
1 Korintiërs 6:17
Ik maak deel uit van het Lichaam van Christus
1 Korintiërs 12:27
Efeziërs 5:30
Ik ben een nieuwe schepping
2 Korintiërs 5:17
Ik ben verzoend met God en help verzoening tot stand te brengen
2 Korintiërs 5:18-19
Ik ben een zoon van God en één in Christus
Galaten 3:26-28
Ik ben een erfgenaam van God, want ik ben een zoon/dochter van Hem
Galaten 4:6-7
Ik ben een heilige
Efeziërs 1:1
1 Korintiërs 1:2
Filippenzen 1:1
Kolossenzen 1:2
Ik ben gemaakt door God; ik ben wedergeboren in Christus om Zijn goede werk te doen
Efeziërs 2:10
Ik ben een medeburger van het volk van God, een lid van Zijn familie
Efeziërs 2:19
Ik ben een gevangene van Christus
Efeziërs 3:1, 4:1
Ik ben rechtvaardig en heilig
Efeziërs 4:24
Ik ben een hemelburger en heb op dit moment een plaats in de Hemel
Filippenzen 3:20
Efeziërs 2:6
Ik ben met Christus verborgen in God
Kolossenzen 3:3
Het leven van Christus is in mij zichtbaar om Hij mijn leven is
Kolossenzen 3:4
Ik ben uitverkoren door God, heilig en ten diepste lief gehad
Kolossenzen 3:12
1 Tessalonicenzen 1:4
Ik ben een zoon van het licht en niet van het duister
1 Tessalonicenzen 5:5
Ik ben een heilige en heb deel aan een hemelse roeping
Hebreeën 3:1
Ik ben deelgenoot van Christus; ik deel in Zijn leven
Hebreeën 3:14
Ik ben een van Gods levende stenen en wordt opgebouwd in Christus
1 Petrus 2:5
Ik ben een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk
1 Petrus 2:9-10
Ik ben een vreemdeling in deze wereld, waar ik slechts tijdelijk verblijf
1 Petrus 2:11
Ik ben een vijand van de duivel
1 Petrus 5:8
Ik ben een kind van God en ik zal gelijk zijn aan Christus als Hij terugkeert
1 Johannes 3:1-2
Ik ben geboren uit God en de duivel kan mij niets doen
1 Johannes 5:18
Ik ben niet de grote "IK BEN" (uit Exodus 3:14 en Johannes 8:24,28,58), maar door de genade van God ben ik wat ik ben (1 Korintiërs 15:10)


Deze lijst komt uit het boek ¨Overwinning over de duisternis¨ van Neil T. Anderson.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten